woensdag 20 augustus 2014

Die witte sokken kunnen uit

Die witte sokken kunnen uit. Ja, daar had mijn mannelijke tafelgenoot een punt. Gespreksonderwerp was ‘mijn wensenlijstje’ wat betreft een man. Waar hou je aan vast en wat zijn ‘nice to haves’. In de categorie: zijn karakter verander je niet maar die witte sokken kunnen uit.

Handdoek erover
Mijn coach zei het ook al eens. Dat je zijn karakter niet verandert en dat we allemaal ouder worden. Ik dacht nog: you’ve got a point there maar als ‘zijn kop’ me nu al niet aanstaat, hoe is dat dan over 20 jaar. Gooi je dan, net zoals bij een kanariepietje, een handdoek erover? Een jaar geleden was er zo’n tv-programma waarbij ze een aantal 30’ers en 40’ers in een huis stopten. Ze waren allemaal single en hun lijstje was ‘te lang’. Ok, dat begreep ik bij sommige kandidaten. Zoals die ene man die alleen een blonde vrouw wilde. Een blondine van max 1.70 m en met cup B. Ik dacht nog: nee jij trekt volle zalen. Ik geef toe: ben zelf altijd erg impressed van lange mannen met donker haar maar als ik ‘hem’ tegenkom en hij is kleiner dan 1.90 m en heeft blond haar dan denk ik echt wel; inpakken en wegwezen.

Cup B
Wil nou het geluk dat er een leuke man is die ik af en toe ontmoet op het flexwerkplekkantoor waar ik wekelijks werk. Lang, donker haar, volgens zijn Facebookprofiel nog single ook (ja dat heb ik inderdaad al opgezocht J). Hier is tie dan, mijn ‘maar’: hij rookt. Laat ik daar nou helemaal niet van zijn. Als hij eens een pafke doet op een feestje ofzo dan denk ik ok, kan ik mee leven. “Ja maar hij kan stoppen”, zei mijn mannelijke tafelgenoot en vroeg vervolgens: “is dat nu echt zo belangrijk voor je?” Mijn vriendin die ook bij het etentje was schoot me te hulp. “Voor Jessica is het een soort van way of living. Roken past niet bij een gezonde levensstijl dus ja, dat is belangrijk”. En daar heeft mijn vriendin helemaal gelijk in. Wat is een ‘wens’ en wat vind ik echt belangrijk. Het gaat er immers om dat je dicht bij jezelf blijft, bij je eigen normen en waarden. Toch vond de mannelijke tafelgenoot dat ik er voor moest gaan. Weet je wat: laat ik eerst eens een kletsje met hem doen want misschien is hij wel helemaal niet zo leuk als hij eruit ziet. Ken je dat? Zit je te dromen over iemand en idealiseer je hem of haar en blijkt je crush in real life een absolute ‘no go’. Meten = weten toch? Ach, wie denk ik wel niet dat ik ben. Ben zelf ook geen blondine met een cup B.

Elk nadeel heeft zijn voordeel
Misschien is het ook wel de tijd van het jaar. De zomer, verliefde stelletjes die hand in hand door de stad lopen, samen een ijsje eten of genieten van een drankje op het terras. Leuke foto’s van vrienden, collega’s, kennissen die op Facebook laten zien hoe gezellig, romantisch en leuk ze het hebben met ‘hun lief’. Ik tob al twee maanden over een te boeken singlereis. Want tja… het zal je maar net gebeuren dat je een singlevakantie hebt geboekt en je ‘hem’ tegenkomt. Ik wil ook zo’n verliefde-Facebook-romantisch-vakantiefoto. Dus stel ik het boeken van de singlereis zo lang mogelijk uit. Jammer want de singlevakantie van vorig jaar was enorm gaaf. En toch… ik wil met ‘hem’ op vakantie. Maarja… als er geen ‘hem’ is. Ik ga deze week boeken heb ik besloten, want intussen lijkt het wel herfst. Én ik ga mijn leven toch echt niet on hold zetten. Dit is immers mijn leven, ik leef nu. Wordt het tenminste geen discussie over de bestemming, wanneer we gaan, hoe lang en of het een hotel of camping wordt. Aan de andere kant… als ik met ‘hem’ zou zijn denk ik vast alleen maar: inpakken en wegwezen, desnoods met witte sokken.

maandag 11 augustus 2014

De klant is een zeurende trut

Nee, er zat geen bier op

De klantvriendelijkheid van de nederlandse horeca moet je steeds vaker met een vergrootglas zoeken. Als je niet oppast kan er net een begroeting vanaf, is je vleesje lauw, herkauwt de serveerster haar kauwgom met open mond  en moet je voor dit alles nog betalen ook. En zelfs daarop moet je tien minuten wachten, terwijl je al twee keer iemand van de bediening hebt gevraagd om de rekening. 

Ketchup 50 cent
Ik las laatst een artikel over ‘de klant is koning’. Interessant vond ik de stelling: er zit een waarheid in hun perceptie, ook als deze niet uit gegronde feiten voortkomt. Er volgde een uitleg: ‘consumenten reageren namelijk in eerste instantie emotioneel. Ze klagen omdat ze ergens een vervelend gevoel aan over hebben gehouden.’ Precies dacht ik: jij bent aan het werk en ik ben een gezellig avondje uit. Jij zit waarschijnlijk ‘in de ratio-stand’, ik ‘in de emotie-stand’. En het gaat altijd om ‘beleving’. En die van mij is anders dan die van mijn tafelgenoot en weer anders dan degene die mijn sateetje serveert. En nee, het gaat mij niet om die 50 cent… maar als ik vraag om ketchup in plaats van mayonaise bij de frietjes, dan vind ik het ‘not done’ als ik daarvoor 50 cent op de rekening zie.

Ik zie ik zie wat jij niet ziet
Afgelopen zaterdag wilde ik met een vriend een hapje gaan eten in Breda. Niet te uitgebreid, een pizzaatje of een daghap hadden we besloten. Aan de haven zagen we een Italiaan. We namen plaats op het gezellige terras. Of we gereserveerd hadden vroeg de ober. “Nee”, antwoordden wij in koor. De man gaf aan dat er vanavond alleen bij hem gegeten kon worden ‘met reservering’. Enigszins verbaasd keken we om ons heen naar het terras waar nog een stuk of zes tafels vrij waren. Het was inmiddels 19.45 uur en de etenstijd voor de gemiddelde Nederlander was volgens ons al geweest. Ok, deze man wilde blijkbaar geen geld verdienen. Next…

Bier op de kaart
Op naar de Havermarkt. Een gezellig stukje Breda. We kozen voor een Belgisch biercafé. De geplastificeerde menukaart was nat. Dat had ik te laat in de gaten dus het vocht ging over mijn handen en rokje. Biertje!
Ik vroeg de serveerster of ze het tafeltje even schoon wilde maken vanwege het bier. Ze zei sorry en ondernam gelijk actie. Helemaal prima zeiden wij nog tegen elkaar. Zoiets kan gebeuren zolang ze het maar gelijk goed oplossen. Toen ze vervolgens onze drankjes kwam brengen wilde ze nog even haar gelijk halen: “nee, er zat geen bier op de kaart, het moest echt water geweest zijn”. FOUT! Ik weet namelijk zeker dat het bier was, had het aan mijn handen geroken en hoe dan ook: ik was klant en ik was niet tevreden. Vervolgens hebben we na tien minuten zelf maar eens gevraagd of we konden bestellen, werd met een lang gezicht de bestelling opgenomen, omdat ik het dagmenu had kon het alleen ‘met vlaamse frieten’ en absoluut niet ‘met franse frietjes’, die vervolgens op mijn bord lagen te glinsteren dat ik dacht: die zijn vanmiddag ook al in het vet geweest. Bij deze tent ga ik niet meer eten.

Klant als ambassadeur
In het artikel stond ook: ‘met feiten je gelijk halen wordt overschat. Een merk is in feite wat consumenten bepalen dat het is. Hun percepties van jouw merken bepalen uiteindelijk of je merk wel of niet wordt geaccepteerd, omarmd of uitgedragen. Door jezelf te concentreren op feiten in data en daarmee de ervaringen van je klanten te negeren kan je merk de plank volledig misslaan’. Precies dacht ik weer. Het is de kunst om je in te leven in je klant, je bezoeker, je gast, je patiënt. En daarom zijn medewerkers ook zo belangrijk voor een merk. Je website kan nog zo goed zijn en je product of dienst ook… je medewerkers zijn je ambassadeurs! Zorg dat zij positief zijn over ‘hun merk’, zorg samen met hen dat jullie klant positief is over ‘jullie merk’. Dan wordt ‘jullie merk’ ook ‘hun merk’ en worden zelfs je klanten je ambassadeurs.